Klaas Plantinga
Klaas Pieter Plantinga (2 juni 1846 - 17 juli 1922) was een Nederlandse distillateur en de oprichter van de Plantinga distilleerderij in Bolsward. Zijn overgrootvader was Jan Aukes, zijn overgrootmoeder was Baukje Annes (van beiden zijn de geboorte-en sterf-data onbekend). Plantinga's grootvader was Klaas Jans (1747 - 16 april 1809), die op 15 mei 1774 trouwde met Binke Hessels (26 november 1747 - 8 januari 1821). Ze hadden tenminste 3 kinderen - Hessel Klazes (1787), Auke Klazes en Pieter Klazes (1793 - 2 maart 1862).
Op 18 augustus 1811, toen Napoleon de burgerlijke stand instelde, namen de drie broers de achternaam "Plantinga" aan, gezien hun achtergrond als planters in de Huizum regio, waar veel planters en tuiniers zetelden.
Pieter Klazes trouwde op 19 oktober 1845 met Gertje Cornelis Prosé (12 februari 1823 - 18 december 1891) die woonde in Bergum in Tietjerkstradeel. Zij kregen zes kinderen: Aukje (1848 - 1848), Aukje (1849 - ?), Attje (1851 - ?), Cornelia Johanna (1854 - ?), Jan (1856 - ?) en, jaja, Klaas Pieter.
Klaas deed een opleiding voor apothekers assistent. Nadat hij afstudeerde begon hij te werken in de Syperda wijnhandel aan de Dijkstraat 7 te Bolsward. Deze zaak werd uitgebaat door een tweetal bejaarde dames, en hij was te koop. Rond deze tijd ontmoette hij, zo zeggen de advertenties uit de jaren '70 van de vorige eeuw, het winkelmeisje Ytje Keizer, dat werkte in de bakkerij van Hommes op Dijkstraat 5. Ytje Keizer was geboren in Groningen op 18 augustus 1851. Haar vader was een kleermaker, Gerrit Hermanus Keizer (1815 - 1882) uit Wolvega, haar moeder was Margot Henriette van Duinen (1813 - 1903), een vroedvrouw uit Loppersum.
Het (zeer waarschijnlijk slechts gedeeltelijk feitelijke) verhaal is dat Klaas en Ytje elkaar beter leerden kennen, maar dat Klaas meer ambities had en die wilde laten floreren in de Verenigde Staten. Ytje wilde niet met hem mee, maar Klaas vertrok toch. Ze hielden contact. Hij miste haar zo erg dat hij terugging. Ytje, zo bleek in elk geval wel weer uit advertenties uit de jaren '70, was een pittige tante. Ze was zo teleurgesteld in de wat branderige nasmaak van distillaten van andere fabrikanten dat ze haar man aanzette tot het maken van beter spul. Misschien waar, misschien niet. Maar wel een leuk verhaaltje.
Minder romantische maar wel feitelijke gegevens brengen de volgende (soms verwarrende) feiten aan licht (aandachtig en enthoesiast uitgezocht door Bastiaan Plantinga):
2 maart 1862: Klaas' vader, Pieter Klazes, overlijdt
29 mei 1863: Klaas verhuist met zijn moeder (hetrouwd na Pieter Klazes' dood), broers en zussen van Huizum naar Leeuwarden
3 september 1863: Klaas verhuist naar Sneek
1865 (exacte datum onbekend): Ene "Klass Plantinga" (sic), geboren in 1846 en "uit Sneek", emigreert naar de VS
17 maart 1869: Klaas krijgt gemeentelijke toestemming om de woning aan de Dijkstraat 7 te verbouwen (hij lijkt dus terug te zijn uit de VS, maar waar hij woont wordt nergens gezegd)
5 augustus 1869: Klaas verhuist naar Leeuwarden, "uit Sneek"
17 februari 1870: Klaas Pieters (sic) Plantinga (zonder beroep) koopt de Dijkstraat 7 locatie van verkoper Rintje Baukes Sijpderda voor 5000 gulden
14 juli 1870: Klaas sticht de Plantinga distilleerderij
27 juli 1870: Klaas (en zijn zus Aukje) verhuizen naar Bolsward
15 januari 1871: Klaas Plantinga & Ytje Keizer trouwen
12 mei 1871: De eigenaar van Dijkstraat 5, bakker Jan Reinders Wigersma, verkoopt de locatie aan Jan Hommes. Ytje Keizer was een nicht van Wigersma's vrouw, Trijntje Hermanus Keizer.
Het lijkt niet eens zo op waarheid te berusten dat Klaas uit de VS terugkwam voor Ytje, maar het is wel een leuk verhaal, zeg nou zelf?
Klaas en Ytje kregen zes zonen: Pieter (21 december 1871 - 17 januari 1928, hij emigreerde naar de VS), Gerard Herman (7 oktober 1873 - 19 november 1874), Gerrit Herman (9 januari 1876 - 30 november 1962), Jan Auke (21 januari 1878 - 4 augustus 1896), Sicco Jacobus Tönnis (18 april 1881 - 22 juli 1934) en Koenraad (18 september 1885 - 21 november 1959, hij werd apotheker in Utrecht).